Van regulier naar speciaal onderwijs, hoe gaat dat?

26 januari 2023

Binnen OOZ maken collega’s regelmatig een nieuwe stap in hun carrière. Zo ook Monika Hirtl. Zij heeft 15 jaar met veel plezier lesgegeven op Thorbecke SG vmbo-PrO, onder andere als docent Duits. In 2020 maakte zij de overstap van regulier onderwijs naar het speciaal onderwijs. Nu werkt ze als docent bij de Ambelt, waar passend onderwijs wordt geboden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Hier richt Monika zich als groepsdocent onder andere ook op ICT en HBR (lessen rondom horeca, bakkerij en recreatie). Daarnaast is ze stagebegeleider voor toekomstige docenten.

‘Na mijn beslissing om te stoppen bij Thorbecke was ik op zoek naar een nieuwe uitdaging. Een collega van mij voelde direct aan dat ik op mijn plek zou zijn binnen het speciaal onderwijs, specifiek bij de Ambelt’, begint Monika. Eenmaal daar kon ze met haar expertise bijdragen op het gebied van digitalisering. Dankzij de vrijheid die ze binnen de Ambelt krijgt kan ze haar eigen draai aan haar lessen geven. Ze brengt veel humor mee, maar kent ook de grenzen van haar leerlingen en kan hen duidelijk uitleggen waarom ze iets op een bepaalde manier aanpakt. Hierin houdt ze rekening met de verschillende gewoontes en achtergronden van de leerlingen.

Monika heeft veel contact met haar collega’s. ‘Er zijn wel eilandjes binnen de Ambelt, maar mede door PBS (‘positive behaviour support’) ontstaat er inmiddels weer veel meer onderling contact en leer je alle subcultuurtjes kennen’, vertelt Monika. Ook bij de leerlingen wordt PBS schoolbreed ingezet. Als voorbeeld noemt Monika de app ClassDojo, waar docenten zowel positieve punten als aandachtspunten in kunnen zetten voor de leerlingen. Zo vergeten zij niet wat ze al bereikt hebben en waar ze nog wat extra aandacht aan kunnen besteden. Er zijn op de Ambelt ook ‘PBS-shops’, waar leerlingen met hun verzamelde punten iets kunnen kopen of privileges kunnen verdienen. Daarnaast probeert Monika haar leerlingen ook op andere manieren te motiveren. Zo heeft ze een ‘potje met medelijden’, of ‘Mitleid’ in het Duits, waar ze standaard een voorraadje snoep in bewaart. Als een leerling even niet lekker in zijn vel zit of behoefte heeft aan een oppepper, vraagt Monika steevast: ‘Moet ik even het potje met medelijden voor je opentrekken?’

Monika houdt zich veel bezig met PBS, HBR en ICT

Verschillen tussen regulier en speciaal onderwijs

Monika zette het PBS-gedachtegoed al op de Thorbecke in, maar binnen het speciaal onderwijs kan ze hier nog meer aandacht aan besteden. Wat betreft de doelgroepen op de twee scholen ziet ze niet heel veel verschil. ‘Op de Thorbecke was ik mentor voor de 2e klas vmbo-kader. Daar was niet altijd genoeg mogelijkheid om goed naar de achtergrond van de leerlingen te kijken. Veel van deze leerlingen belandden dus uiteindelijk op de Ambelt, omdat ze bijvoorbeeld bepaalde gedragsproblemen hadden’, legt Monika uit.

Tussen de collega’s ziet Monika wat meer verschillen. ‘Die overstap was wel vrij groot. Op de Ambelt begint over het algemeen iedereen op dezelfde tijd en eindigen we ook samen. Ook wordt ter plekke afgestemd of iemand bijvoorbeeld iets van een zieke collega kan overnemen. Binnen regulier onderwijs was dit ook wel deels mogelijk, maar het werkte toch echt anders. Op de Ambelt is een heel sterk gevoel voor verantwoordelijkheid en eigenaarschap binnen het team’, zegt ze. Wat ze ook merkt is dat de leerlingen in haar examenklassen op de Ambelt over het algemeen bewust en gemotiveerd zijn, en in principe goed leren. Ze hebben wel behoefte aan duidelijke planning en structuur, en het is belangrijk om ze te herinneren aan examendata zodat ze gefocust blijven. Dit vergt ook wat inzicht, want sommige leerlingen voelen zich juist overweldigd als ze zien hoe dichtbij de examens al zijn. Monika probeert hier rekening mee te houden en deze leerlingen gerust te stellen. Als er iets misgaat binnen de klas probeert ze ook altijd in gesprek te gaan en dit samen op te lossen.

Uitdagingen binnen speciaal onderwijs

Het thema kansengelijkheid is momenteel een van de speerpunten van OOZ, en ook Monika is hiermee bezig. ‘Kansengelijkheid kan er wel in bepaalde mate zijn, maar niet iedereen heeft de mogelijkheid om die kansen te grijpen of er iets mee te doen’, vertelt ze. Monika merkt ook dat het moeilijk kan zijn voor leerlingen met speciale behoeften om binnen een bepaald systeem aan te sluiten. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat leerlingen niet direct naar het mbo kunnen, maar ook nog geen 18 zijn, en dan kunnen zij in de tussentijd nergens terecht. Hierdoor valt er een gat in hun onderwijs na de examens. Deze leerlingen hebben een goede begeleidingscoach nodig met inzicht in de verschillende mogelijkheden, die tijdens het examenjaar al helpt met de overstap naar het mbo: wat als dit (nog) niet lukt, is er een alternatief? Op die manier zou de kansengelijkheid enorm vergroot worden.

Ook wat betreft financiën en kennisniveaus ziet Monika een aantal uitdagingen. Er zijn binnen het speciaal onderwijs niet altijd voldoende geld en middelen beschikbaar voor vakdocenten, waardoor vaak de groepsdocent ook vakken moet geven buiten zijn of haar eigen vakgebied. Daarnaast hebben leerlingen geen speciaal examen of diploma van de Ambelt zelf, zij vallen onder andere scholen (Thorbecke, bijvoorbeeld) en doen daar hun examens. Dit betekent dat leerlingen wel geacht worden het standaard BBL, KBL of TL examen uit het reguliere onderwijs af te leggen, maar niet altijd met dezelfde voorbereiding. Op het vlak van digitalisering kunnen ook nog stappen worden gemaakt. Veel leerlingen hebben een gebrek aan mediawijsheid, dus onderwerpen als ICT en digitale geletterdheid verdienen extra aandacht. Digitalisering op scholen heeft immers niet heel veel zin als niet iedereen er gebruik van kan maken, of als er niet gedifferentieerd kan worden op niveau. ‘Toen ik begon werd net Office 365 ingevoerd op de Ambelt. Er worden nu goede stappen gezet, en als ICT-coördinator kan ik mij samen met het MT hier nog beter mee bezig houden’, vertelt Monika trots.

‘Ik vind het wel jammer dat kinderen zich nog steeds slecht voelen als ze naar de Ambelt moeten. Als zij de sfeer zouden voelen voordat ze een oordeel geven zou het heel anders zijn. En wat erin zit komt er heus wel uit, mensen moeten niet als persoon op hun schoolcarrière worden afgerekend’, vindt Monika. ‘Leerlingen zijn bang dat ze niets uit dit onderwijs kunnen halen en te laag worden opgeleid, en juist daardoor gaan ze zich soms ook misdragen. Dat komt natuurlijk ook door externe factoren zoals bijvoorbeeld de thuissituatie, maar ook de vooroordelen rondom speciaal onderwijs spelen daarbij een rol.’

Waardering

‘Kinderen zeggen wel eens tegen mij: mevrouw is niet streng, maar duidelijk. En ook: u past hier wel heel goed mevrouw. Ik heb eigenlijk nooit zo hoeven schakelen tussen regulier en speciaal onderwijs, en ook de ouders hebben vaak het gevoel dat ik hun kinderen de juiste dingen kan bieden’, zegt Monika. Zowel de leerlingen als de ouders mogen haar altijd bellen, zelfs buiten schooltijden. Zo hoopt Monika eventuele problemen direct op te kunnen lossen, zodat die niet naar volgende week meegenomen hoeven te worden. Ze kan dit goed scheiden van haar privéleven en laat die problemen ook snel weer los. ‘Ik krijg er veel energie van als ik kan helpen om iets op te lossen. Sommige leerlingen komen nog steeds bij mij op huisbezoek, omdat ik blijkbaar op een belangrijk moment in hun leven iets voor hen kon betekenen.’

Voor meer informatie over de Ambelt en het speciaal onderwijs, klik hier.

Stel je vraag