Marion Brouwer is ib’er bij SBO de Sluis. Zij werkt al jaren met veel plezier op deze school. Naast haar werk als ib’er heeft Marion nog een aantal andere functies. Wat die functies zijn en wat zij doet vanuit haar werk lees je hier.
Hoe is jouw loopbaantraject verlopen? Wat heeft jou doen besluiten om in het onderwijs te gaan werken?
Ik ben direct na mijn opleiding als kleuterjuf begonnen in Wijhe. Na verloop van tijd kreeg ik kinderen en ben ik gestopt met werken om voor hen te zorgen. Toen mijn jongste drie jaar oud was, heb ik de opleiding Remedial Teaching gedaan, en daarna de opleiding speciaal onderwijs. Ik heb tien jaar in het basisonderwijs gewerkt, waar ik lesgaf aan kleuters en daarna aan groep 4. Na mijn tijd in het regulier basisonderwijs ben ik naar het speciaal basisonderwijs gegaan. Ik voelde dat daar mijn hart zou liggen. Daar heb ik een tijd lesgegeven aan de JRK groep (Jonge Risico Kind) en daarna aan groep 3. Dat was mijn grootste wens; ik wilde leerlingen leren lezen en rekenen en ik vond het interessant om met hun gedrag om te leren gaan.
Daarna ben ik ib’er geworden. Eerst kon ik dat combineren door twee dagen als ib’er te werken en een dag als leerkracht, wat ik een zeer prettige combinatie vond. Helaas kon dat op den duur niet meer.
Werken met kinderen geeft mij nog steeds de meeste energie. Inmiddels heb ik ook de rol van Kindertalentfluisteraar, waarbij mijn focus ligt op de talenten van de leerlingen.
Ik heb door de jaren heen veel opleidingen en cursussen gevolgd. Door de voortdurende input en nieuwe inzichten die je opdoet, blijf je op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en ontwikkel je jezelf ook.
Zou je iets kunnen vertellen over jouw verschillende functies?
Mijn motto is: ‘aandacht maakt alles mooier’. Werken met kinderen vanuit mijn rol als ib’er begint met de relatie. Het is soms een uitdaging om een relatie op te bouwen met leerlingen, zeker binnen het speciaal onderwijs. Dit zijn leerlingen die ik ‘onverwachts’ noem en die soms dus net een andere benadering nodig hebben. Ik wil een gesprek kunnen aangaan met de leerlingen. Dat lukt niet altijd even goed, omdat het contactmoment vaak een moment is waarop er een conflict is. Dit is voor mij altijd een leuke uitdaging om tot een gesprek te komen. Leerlingen zien in mijn kantoor altijd iets dat hen ‘triggert’, wat een goed beginpunt is voor een gesprek.
Daarnaast begeleid en ondersteun ik leerkrachten waar nodig. Ik draag zorg voor de doorgaande lijn in ontwikkeling en stem af waar leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. Ons team is heel zelfstandig en de leerkrachten hebben goede initiatieven.
De rol van de ouders is ook heel belangrijk. Het kind staat centraal en wij staan daaromheen; we moeten het samen doen. Ik neem de ouders dan ook overal in mee en stimuleer leerkrachten om nauw contact te hebben met ouders.
Mijn functie als Taal-leesspecialist is nu meer van adviserende aard. Daar zijn ook andere mensen voor op school en die mensen ondersteun ik. Mijn werk als SVIB-coach voer ik uit op verzoek van leerkrachten. Zij vragen om een traject wanneer dat gewenst is.
Kun je iets meer vertellen over werken binnen het speciaal onderwijs?
Binnen het speciaal onderwijs (so) en speciaal basisonderwijs (sbo) is het element ‘gedrag’ van groot belang en dat spreekt mij heel erg aan. Ik vind het gedrag van kinderen heel interessant en ik kan hen daarvan bewust leren worden. Daarvoor heb ik een aantal cursussen en opleidingen gevolgd. De meest recente cursus ging over ‘prikkelprofiel’. Daarnaast is het belangrijk om naar leerkrachtgedrag te kijken. Daarbij kijk je naar wat een leerkracht kan doen als een leerling ontspoort of het moeilijk heeft. Dan kom je ook weer terug bij de onmisbaarheid van een goede relatie. Hier denk ik vanuit mijn rollen over mee. Ik merk aan alles dat zowel het sbo als de Sluis specifiek echt mijn plek zijn. Ik ben hier heel graag en wil zorgen dat het met iedereen goed gaat.
Zijn er bepaalde uitdagingen aan werken binnen het sbo? En hoe ga je daarmee om?
De uitdagingen binnen het sbo liggen over het algemeen in vernieuwingen en hoe je daarin mee kunt gaan. Systemen worden steeds vernieuwd en die kennis moet je proberen toe te passen en mee te nemen. Op onze school waren we een tijdje geleden bezig met de overgang tussen de kleuters en groep 3, die vonden wij te groot. Zoiets kun je niet zomaar veranderen, maar leerkrachten kunnen wel samen die ruimte creëren en beter met elkaar afstemmen. Dat gaat goed, maar zo ontstaat er weer een grotere kloof tussen groep 3 en 4. Daar zijn we mee bezig. De leerkrachten en ondersteuners werken daarbij nauw samen.
Een andere uitdaging is de vorm van het onderwijs. Vanuit de school komt de wens om meer thematisch te werken. Dat is voor veel leerlingen interessanter dan alle vakken apart en over allerlei verschillende onderwerpen. Met thematisch werken krijg je samenhang. Dat is een proces van verandering en kost veel tijd.
Voor de leerlingen op de Sluis is een goede voorbereiding op en bewustwording van de maatschappij ook belangrijk. Wij willen hen met name voorbereiden op de toekomst en op moeilijke momenten in het leven. Rekening houden met leerlingen en een ruimte creëren waar ze zich veilig voelen is onmisbaar binnen het sbo.
Zelf ben ik voorstander van inclusief onderwijs. Dat vraagt veel van scholen. Om dat te bereiken moeten ook de overheid en maatschappij daarvoor open staan. Elkaar accepteren zoals je bent, met verschillende talenten en onzekerheden, is daarin een voorwaarde. Kinderen leren enorm veel van elkaar door interactie. Ik vind het een leuke uitdaging om situaties te creëren waarin dat mogelijk is.
Heb je een bijzondere of mooie anekdote die je zou willen delen?
In de tijd dat ik nog voor de klas stond was er een jongen in groep 3 die, net als ik, enorm van tuinieren hield. Toen heb ik een klein tuintje laten aanleggen voor mijn lokaal. Hij mocht zaadjes planten en elke dag met de gieter de plantjes water geven. Die jongen werkt nu bij de plantsoenendienst en is soms hier op het plein aan het werk. Zo zie je hoe iets kleins een grote impact kan hebben.
Daar komt mijn werk als Kindertalentfluisteraar ook aan bod. Je kunt luisteren naar een kind en horen wat zijn of haar talent is en daar kun je iets mee doen. Zo versterk je onder andere de veerkracht. Kinderen inzicht geven in hun eigen gedrag is daar onderdeel van. Zelfs kleuters kunnen dit begrijpen, mits je weet hoe je met ze in gesprek moet gaan. Ik vind dit makkelijker bij de onderbouw en middenbouw dan bij de bovenbouw. Maar ook sommige oudere leerlingen komen wel eens een knuffel halen. Ik vraag me dan meteen af wat die leerling nodig heeft en ik probeer even tijd voor een praatje met hen te maken.
Hoe zien de komende jaren er voor jou uit?
Ik ga over anderhalf jaar met pensioen. Ik ben een doener en dit werk past echt bij mij, dus ik ga het zeker missen. Maar ik weet nu al dat ik actief zal blijven. Ik ben mantelzorger voor mijn man, pas een dag in de week op mijn kleinzoon en ik heb gelukkig ook veel hobby’s. Ik houd van natuur, buiten zijn en tekenen. Ik ben bijvoorbeeld veel bezig met het inventariseren en bijhouden van roofvogelnesten en volg een zangvogelcursus. Daarnaast ben ik onze tuin aan het inrichten en wandel ik veel met mijn trouwe hond Nina. Kortom, ik zal me niet snel vervelen.