Ilona van Schutterhoef-Duiveman is leerkracht bij OBS De Toonladder en specialist Sportieve en Gezonde School. Onlangs behaalde zij haar diploma in dit vakgebied. Tijdens de studie heeft Ilona zich verdiept in de thema’s van de Gezonde School, waaronder slaap, voeding, bewegen en mediawijsheid. Ook lag de focus op de implementatie van veranderprocessen. Deze kennis past zij nu toe op OBS De Toonladder.
Kun je iets vertellen over jouw studie en loopbaan tot nu toe?
Ik heb na het behalen van mijn vwo-diploma aan de Zwolse katholieke pabo gestudeerd. Na mijn afstuderen heb ik eerst op verschillende plekken als invalleerkracht gewerkt. Toen ben ik bij De Toonladder terechtgekomen. Ik heb diverse rollen vervuld, zoals taalcoördinator, zorgcoördinator en assistent van de directeur. Tussendoor heb ik nog drie jaar in Luxemburg gewoond, maar inmiddels ben ik weer terug bij De Toonladder, waar ik nu soms lesgeef aan kinderen van voormalige leerlingen.
Welke stappen heb jij de afgelopen periode binnen de school gezet op het gebied van bewegend leren, en heb je al verdere plannen rondom dit thema?
Binnen het vijfjarenplan van De Toonladder is bewegend leren nu opgenomen. Tijdens het volgen van scholing, als deel van de eindopdracht, ben ik samen met de leerkrachten van groep 3, 4 en 5 aan de slag gegaan. We zijn begonnen met overleggen over wat zij al wisten van bewegend leren, hoe ze daartegenaan keken en wat de voordelen en knelpunten hiervan waren. Vervolgens voerden we stapsgewijs activiteiten in, zoals een propjesdictee, die elke groep minstens één keer moest proberen. Naarmate het proces vorderde, heb ik materialen en oefeningen verzameld en ontwikkeld die nu klaarstaan voor gebruik in de lessen, afgestemd op specifieke leerdoelen. Nu ik mijn studie heb afgerond, kunnen we dit verder blijven ontwikkelen. Komend jaar rollen we dit uit naar de kleuters en bovenbouw, met aandacht voor het koppelen van bewegend leren aan de leskwaliteit en het leerrendement.
Voor de leerkrachten wil ik graag een vitaliteitskalender maken. Dus bijvoorbeeld: voor ‘Dry January’ een vrijdagmiddagborrel zonder alcohol organiseren. En in ‘Stoptober’ kunnen zij iets uitkiezen waar ze mee wil stoppen, dat kan ook iets anders dan roken zijn. Of ze kunnen tijdens hun lessen de wekker zetten op een half uur en daarna steeds even met de hele klas in beweging komen, en dat gedurende de hele dag volhouden.
Wat is voor jou zo belangrijk aan het thema bewegend leren?
Bewegend leren is voor mij belangrijk omdat ik zie dat kinderen tegenwoordig minder bewegen dan vroeger, iets wat ik ook merk bij mijn eigen kinderen. Hoewel ik aanvankelijk twijfelde of dit een taak van het onderwijs was, ben ik ervan overtuigd geraakt dat beweging essentieel is. Op De Toonladder hebben we al een paar jaar de Fitweek, waarin extra tijd wordt besteed aan sport en gezondheid. Ook buiten die Fitweken letten leerlingen meer op hun gezondheid, bijvoorbeeld door water mee te nemen naar school. De impact daarvan is dus goed merkbaar.
Onderzoek toont aan dat beweging een positieve invloed heeft op de hersenactiviteit, met name na twintig minuten of meer beweging. Er wordt tegenwoordig veel aandacht besteed aan de executieve functies, en dat komt hier zeker aan bod. Dit thema is ook belangrijk voor ons allemaal. Als kinderen een gezondheidsachterstand hebben, halen ze dat vaak hun hele leven niet meer in. Bij kinderen waar de thuissituatie stressvol is, merk je dat ze minder beweging krijgen en meer tijd achter beeldschermen doorbrengen. Daarom besteden we veel aandacht aan buitenactiviteiten en fietslessen, zodat kinderen veilig kunnen deelnemen aan buitenschoolse evenementen, zoals sportdagen en de Koningsspelen. Hieraan zie je ook: het hoeven niet altijd grote dingen te zijn. Kleine activiteiten rondom beweging kunnen ook een grote impact hebben.