Na jaren vol inzet en betrokkenheid neemt Sonja afscheid als directeur van de Montessorischool. Ze gaat met pensioen, maar niet omdat ze het werk zat is. “Ik heb de leukste baan van de wereld. Het is dus dubbel om te stoppen.”
Na een periode van ziekte kwam Sonja in 2021, vlak na haar herstel van covid, op de Montessorischool terecht. “Ik twijfelde of ik terug wilde naar mijn vorige baan (bron- en contactonderzoeker bij de GGD), of dat ik iets wilde doen waar ik echt blij van word. Ik liep tegen de zestig en kon nog één keer het allerleukste doen wat ik ooit heb gedaan. Dat was directeur zijn op een Montessorischool. Toen kwam hier een vacature vrij en dacht ik: jullie hoeven niet verder te zoeken, hier ben ik. Vanaf het eerste moment voelde het goed op deze school. Montessori past gewoon bij hoe ik in het leven sta.”
Montessorionderwijs
Toen Sonja begon, stond de school op een kantelpunt. “Mijn voorganger had de opdracht om de resultaten te verbeteren. Dat was gelukt, maar het montessorikarakter was wat naar de achtergrond geraakt. Met het team brachten we dat karakter weer tot leven. En nog steeds: we kijken voortdurend of alles wat we doen nog past bij Montessorionderwijs.” Volgens Sonja lag de kracht in het gedeelde verlangen. “De visie was er al. Iedereen wilde weer echt montessorischool zijn. Dat maakt het krachtig, omdat je samen hetzelfde nastreeft.”
“Montessori is een manier van leven. Het gaat over vertrouwen krijgen én geven, accepteren dat het soms niet lukt en dat dat oké is. Dat geldt voor kinderen, maar net zo goed voor collega’s.” De rust en ruimte om te leren vormen volgens haar de kern van het succes. “Hier hangt een fijne sfeer: rustig, veilig en met vertrouwen in elkaar. Ik weet dat het een bubbel is in deze maatschappij, maar ik gun kinderen die bubbel om in op te groeien.”

Sonja op de Montessorischool
Samen werken aan werkplezier
Als leidinggevende ziet Sonja haar rol vooral als faciliterend. “Ik zeg altijd: ik werk bij de afdeling serviceverlenende zaken. Mijn taak is om ervoor te zorgen dat leerkrachten hun werk goed kunnen doen. Als ik dat voor elkaar krijg, ben ik tevreden. Want in de klas, dáár gebeurt het.”
Die aanpak wierp zijn vruchten af. “We hadden een periode met veel werkdruk en hoge verzuimcijfers. Toen zijn we kritisch gaan kijken naar de efficiëntie van onze werkwijze, onze taken en werktijden. Door gelijke schooltijden voor elke klas en meer ruimte en begrip voor elkaars werkritme daalde het verzuim aanzienlijk. En het werkplezier nam juist toe. Dat maakt me trots.”
Leren met en van elkaar
De manier waarop kinderen en collega’s met elkaar omgaan, is voor Sonja van grote waarde. “Combigroepen horen bij Montessori. Het ene moment ben je de jongste en mag je hulp vragen. Het andere moment ben je de oudste en help je de ander. Kinderen leren dat het oké is om hulp te vragen en hoe fijn het is om een ander te helpen. We willen niet alleen dat ze goed leren rekenen of lezen. Ons allerhoogste doel is dat dit leuke mensen worden die de wereld op hun eigen manier een klein beetje mooier maken.”
Groen en tweedehands
Wie nu Sonja’s kamer binnenloopt, merkt dat er iets ontbreekt: planten. “Ik ben alles alvast naar huis aan het sjouwen. Ik hou van groen, van tweedehands spullen en van duurzaamheid. Veel spullen in de school zijn tweedehands, zelfs de planten. Dat probeer ik ook aan kinderen mee te geven. Dit is goed genoeg, wees er zuinig mee. Als dat gevoel straks een beetje achterblijft, ben ik blij.”
