Van juf naar directeur: het verhaal van Anette Gerrits

11 maart 2024

Anette Gerrits is ruim 2 jaar directeur van obs de Parkschool. Anette is al sinds het begin van haar loopbaan actief in het onderwijs en heeft al die jaren bij OOZ-scholen gewerkt. Hoe dit traject verlopen is en hoe zij zich voelt op ‘haar’ school lees je hier.

Kun je iets vertellen over jouw loopbaan? Waar ben je begonnen en hoe ben je bij OOZ terechtgekomen?

Ik kwam vanaf de pabo en ben direct bij OOZ aan het werk gegaan als invalleerkracht. Dat heb ik twee jaar gedaan. Ik ben invaller geweest bij wat toen de Hobbemaschool heette. Dat was voor mij een uitdagende school om mee te beginnen. Deze school is later gefuseerd met de Driesprong en werd uiteindelijk wat nu obs de Springplank is. Daar ben ik gebleven als leerkracht. Op een gegeven moment werd Ronald de Bie directeur. Ik was toen nog vrij onzeker. Hij heeft mij echt gezien en in mijn kracht gezet. Na een aantal jaren ben ik ib’er geworden – toen nog CoZo – en heb ik de opleiding tot taalcoördinator met een stukje coaching voor ib gedaan. Daarna heb ik als ib’er nog de opleiding tot didactisch coach gevolgd. Op de Springplank heb ik 25 jaar met veel plezier gewerkt. Een nieuwe uitdaging ben ik aangegaan op obs de Campherbeek. Na daar een jaar gewerkt te hebben, kwam ik op de Parkschool als ib’er en didactisch coach. Ik heb in die periode ook de opleiding toegepaste psychologie gedaan omdat ik het gedrag van de leerlingen beter wilde begrijpen en hen nog gerichter helpen. Toen een van de directeuren vertrok werd mij gevraagd of ik onderwijskundig leider wilde worden, samen met Martin Sangers, die nog wel directeur was. Na twee jaar ging Martin met pensioen. Ik heb toen zijn rol als directeur overgenomen.

Je bent inmiddels bijna drie jaar directeur van de Parkschool. Hoe heb je deze tijd ervaren?

Ik heb mijn hele werkende leven bij OOZ gewerkt. OOZ heeft als werkgever oog voor de mensen binnen de organisatie en zet iedereen in zijn of haar kracht. Ik heb veel geluk gehad met de directeuren van de scholen waar ik begonnen ben en die mij kansen hebben gegeven. Dat was een mooie basis voor de rol die ik nu heb.
Met begeleiding van Martin Sangers ben ik geleidelijk meegenomen in alle processen op een school. Ik heb daarbij een coach gehad van OOZ om mee te sparren. Naast Martin Sangers heeft ook oud-directeur, Eef Wegerif me geholpen met onder andere de financiële aspecten. Ik wil zeker nog een tijdje door als directeur van de Parkschool. Voor het eerst in zes jaar doe ik mijn werk zonder er een opleiding naast te volgen. Ik wil graag ervaren hoe het is om op die manier deze rol te vervullen. Je kunt natuurlijk niet in de toekomst kijken, maar ik zit hier nu op mijn plek. Ik heb een fantastisch team, met een heel mooie en fijne school.

Merkte je een duidelijk verschil tussen je rol als directeur en andere functies die je hebt vervuld op scholen?

Het grootste verschil is dat je als directeur de verantwoordelijkheid voelt voor de hele school, en dat jij de beslissingen neemt. Je draagt zorg voor alle 400 leerlingen en alle collega’s. Dat was heel anders toen ik nog als ib’er werkte. Wat ik soms mis in mijn huidige rol is het contact met de kinderen.
Als ib’er en didactisch coach had ik de ambitie om het onderwijs zo goed mogelijk te maken voor de leerlingen, en hen persoonlijk te helpen. Als directeur heb je meer afstand tot de kinderen. Mijn deur staat nog steeds voor ze open, en de kleuters komen regelmatig een praatje maken, maar het is toch een andere verhouding. Uiteraard is de ambitie hetzelfde gebleven, ik probeer dat nu alleen op een andere manier te bereiken. Ik werk nog steeds heel graag met kinderen. Het kijken naar wat elk kind nodig heeft en hoe wij kunnen zorgen dat ze blij zijn op school en kunnen groeien en ontwikkelen. Dat is waar niet alleen ik, maar ook het hele team voor staat.

Kun je iets vertellen over de ontwikkelingen op school de afgelopen jaren?

Er zijn momenteel meerdere processen gaande. Ik zie steeds meer dat de drie basisbehoeften autonomie, competentie en relatie heel hoog in het vaandel staan. De onderlinge relaties op school zijn goed. We leren de kinderen om deels hun eigen leerproces te bepalen. Dat kan bijvoorbeeld door middel van doelen stellen en de kinderen zelf inzicht te geven in hun eigen leerproces. Zo zien zij waar ze nog moeite mee hebben, waar ze nog mee moeten oefenen en waar ze al goed in zijn. Door de grootte van de groepen (30 leerlingen) kan volledig gepersonaliseerd leren niet, maar we hebben wel oog voor elke leerling. Leerkrachten weten wat er speelt en dat vind ik belangrijk. We blijven daarin als team verder groeien. Dat doen we onder andere met Stichting LeerKRACHT. Tijdens deze sessies staan leerkrachten bij een bord waarop ze bepaalde doelen voor zichzelf neerzetten en waar ze vervolgens aan gaan werken. De leerkrachten geven elkaar feedback op het werk en de voortgang. Daardoor worden we ‘met elkaar elke dag een stukje beter’, wat ook het idee achter LeerKRACHT is.

Heb jij als directeur bepaalde ideeën of een koers voor deze school?

Op dit moment werken we op cognitief vlak steeds meer met thema’s. We willen ons geïntegreerde onderwijs uitbreiden en de vakken meer in de thema’s vatten. We hebben ook veel aandacht voor Burgerschap. We organiseren regelmatig in samenwerking met de Stadkamer talentenworkshops, we regelen culturele uitjes naar de stad en plannen evenementen op school. Aan het eind van de Kinderboekenweek hebben we bijvoorbeeld een boekenmarkt waar leerlingen boeken kunnen kopen van en verkopen aan elkaar. Dat soort dingen vind ik geweldig.
We hebben nu een nieuw rapport waarin we minder nadruk leggen op alleen het cognitieve aspect, maar vooral op de talenten van kinderen. We werken met een talentfluisteraar, die zich specifiek richt op de talenten van de leerlingen. Want: “Talent wordt zichtbaar in elke activiteit die moeiteloos gaat en die je voldoening geeft. Als je doet waar je goed in bent, dan vliegt de tijd en laad je je batterijen op.” Daar willen we zeker mee verder gaan in de komende jaren. Een belangrijk doel is dat leerlingen zelfverzekerd van school gaan en weten waar ze goed in zijn. Dat is essentieel voor de toekomst.

"Een belangrijk doel is dat leerlingen zelfverzekerd van school gaan en weten waar ze goed in zijn. Dat is essentieel voor de toekomst."
Anette Gerrits
Stel je vraag